In de bovenste grondlaag van de aarde bevinden zich stoorsignalen. Deze kunnen optreden door kabels en leidingen in de grond (waarvan in Nederland een groot net is aangelegd).
Door de laatste meters van de aardelektrode volledig af te schermen door middel van een ommantelde kabel (Coaxinad kabel) kunnen er geen stoorsignalen meer optreden naar deze aardelektrode. De bovenste drie meter van de aardingstaven worden uit de grond verwijderd zodat de aardkabel geheel vrij is van de kabels en leidingen in de grond.
Vanaf deze aarding loopt de coaxinad kabel rechtstreeks naar een metalen geassembleerde kast, waarbij deze op twee verschillende aardrailen wordt gezet.
De kabel wordt gepeld en de afscherming wordt links op een aardrail en de kern wordt rechts op een aardrail gemonteerd.
Beide railen worden gescheiden d.m.v. vonkenbrug (filter). Op de linkerrail mag nu ook de veiligheidsaarding geplaatst worden en op de rechterrail de aarding van de apparatuur zoals audio, computertafels, laboratoriumtafels enz.
Koppeling rechtstreeks tussen de EMC aarding en de veiligheidsaarding mag nooit voorkomen en wordt om die reden gescheiden door een filter. De NORM NEN1010 bepaald dat er maar één aardingsysteem in een installatie aanwezig mag zijn.
Deze storingsvrije aardingsystemen worden meestal toegepast bij audio apparatuur waarbij hinderlijke bromsignalen optreden(media), gevoelige computerapparatuur, computertafels, tandartspraktijken, laboratoria etc..
